Mijluschka Witzenhausen over eten, koken als student en haar carrière

“Voor veel meiden was uiterlijk en mooie kleding vroeger het allerbelangrijkste, maar het geld van mijn bijbaantje – in een groentezaak natuurlijk – ging toen al op aan prosciutto en gorgonzola”, vertelt cheesecakekoningin Miljuschka Witzenhausen. “Ik ben ooit begonnen aan een studie Rechten, maar kreeg al vrij snel een baan bij muziekzender TMF aangeboden. Soms kijk ik wel eens jaloers naar studenten; dat is een hele fase die ik heb overgeslagen. Natuurlijk is het keihard studeren, maar ook veel sociaal lummelen.”

Wat is je ultieme tip voor studenten?

“Een klein oventje is wat mij betreft onmisbaar in een studentenkeuken. Veel beter dan een magnetron. Als je een zoete aardappel in blokjes snijdt, daar wat broccoliroosjes en kippendijtjes naast legt en dit in de oven schuift, ben je binnen een halfuurtje klaar zonder dat je ernaar hoeft om te kijken. Dat kun je dan nog wat lekkerder maken met knoflook, kruiden en specerijen. Zoete aardappel is sowieso je beste vriend; er zitten veel antioxidanten in, nog meer dan in een bosbes. Bovendien zitten er minder koolhydraten in dan in een gewone aardappel, dus daarmee streep je de biertjes (alle boterhammen die je in vloeibare vorm naar binnen giet) een beetje weg. Heb je een kater? Dan zou ik een pasta met heel veel kaas en room aanraden. Altijd goed.”

Waarom een oven in plaats van magnetron?

“Studentenkamers staan er om bekend dat ze vrij smerig zijn. Voordeel van een oven: als je een plaat met eten in een oven van 200 – 220 graden schuift, sterven alle muizenkeutels en andere bacteriën een eenzame dood. Daarnaast kun je een vel bakpapier op de bakplaat leggen, dus hoef je niet heel hard te schrobben om hem schoon te maken.”

Is eten altijd belangrijk voor je geweest?

“Toen ik 13 was had ik een bijbaantje in een groentezaak. Waar andere chicks geld uitgaven aan kleding en uiterlijk, gaf ik mijn geld uit aan eten. Ik spaarde ook toen al om goed uit eten te gaan. Daarna ben ik de in de horeca gaan werken en kreeg ik een vriend die chef-kok was. Dan ontwikkel je je smaak ook op een andere manier. Ook bij mij thuis ging het altijd over eten. Toen ik bij TMF zat had ik weinig tijd om te koken en verdiende ik echt een pepernoot, dus ook toen spaarde ik altijd om eens in de tijd luxe uit eten te gaan. Het is dus wel een rode draad door mijn leven.”

Wanneer bedacht je; hier kan ik mijn werk van maken?

“Ik was zwaar verliefd op mijn toenmalige vriend en stopte met werken. Ik wilde alleen nog maar schoonmaken en koken voor hem. Toen werden we zwanger en was ik helemaal klaar met werken. Ik dacht; ‘fock deze shit’, ik ga niet een kind bouwen en ondertussen mezelf voorbij rennen door keihard te werken. Daarnaast wilde ik zeker weten dat alles wat ik at goed was, want voor mijn gevoel wordt een kindje gebouwd uit de voeding van de moeder. Ik ben toen veel gaan koken en legde een moestuintje aan. Af en toe postte ik iets wat ik gemaakt had op Instagram. Dat was de basis voor wat het nu is. Ik kreeg de ene na de andere column en toen besefte ik: hier zit toekomst in. Ik keek altijd naar Jamie Oliver en zag dat als mijn droomleven, maar ik dacht dat het niet haalbaar was. Na het gymnasium heb ik niet gestudeerd, zoals mijn medescholieren. Ik dacht dat ik zonder papiertje niets mocht zijn. Ik heb geen koksschool gedaan en geen opleiding tot presentatrice gevolgd, het is allemaal autodidact en homemade. Ik heb natuurlijk niet de zekerheid die een arts heeft wat betreft loonontwikkeling, maar dat vind ik ook niet erg. Ik ben een beetje een Rolling Stone; ik zie wel hoe het heen loopt en dan ga ik daar mee aan de haal.”

Wat maakt eten jouw passie?

“Eten is super creatief; je raakt nooit uitgespeeld. Met drie ingrediënten kun je nog iets lekkers maken. Daarnaast kan koken heel solitair zijn, wat voor mij als einzelgänger heel fijn is. Ik vind het lekker om alleen in de keuken te staan en dingen uit te proberen. Maar daarentegen vind ik het ook heel fijn om voor mensen te koken, ze helemaal vol te stoppen met lekker eten en te laten genieten. Het mooiste vind ik dat ik mensen kan inspireren iets te maken waar ze uiteindelijk trots op zijn.”

Zijn jouw kinderen net zo gek op eten als jij?

“Mijn kinderen eten vrijwel alles. Het is leuk om te zien dat kleine mensjes al echt hun eigen smaak ontwikkelen. Zo houdt mijn zoon niet van oesters en haring maar mijn dochter weer wel. Mijn zoon houdt van kaas, mijn dochter absoluut niet. Het is leuk om te zien dat je ze in hun smaak kan sturen. Ze moeten van mij alles proeven. Zo leren ze wat lekker is en wat goed en niet goed is. Ik geloof dat je niet te spastisch moet doen over eten, maar je eigenlijk alles wat in een fabriek gemaakt wordt moet laten liggen. Dus alles wat moeder natuur geeft, kun je gerust in je mond stoppen. Als je een gebakje haalt bij een goede patissier als dessert, of je maakt een lekkere vla of een taartje, dan vind ik het allemaal prima. En natuurlijk mag je een keer een paar snoepjes als je naar de bioscoop gaat, maar niet dagelijks. Maar verbied ze ook niets, want als ze niets mogen gaan ze als op zichzelf wonen alle zakken snoep eten die ze vroeger niet mochten. Als mijn kinderen thuiskomen uit school dan staat er een grote kom gesneden rauwkost klaar, zodat ze dat tijdens het spelen lekker kunnen weg smikkelen. ’s Ochtens mogen ze van mij kiezen waar ze zin in hebben: broodje met gebakken ei, havermout, gekookt eitje, wentelteefjes of een vers croissantje; alles is mogelijk. Ze krijgen gewoon een normale boterham mee naar school, met lekker fruit en in de avond eten ze wat de pot schaft.”