Bijstandsstokjes, collegehengst, dot, feut, grondpizza of jeuk… Duizelt het je al? Tijd voor een ieniemienie studentenwoordenboekje, zodat je als sjaars de beginselen van de studententaal kent.
Atten: glas bier in één keer opdrinken
Afpilsen: nog een pilsje na een lange nacht
Bijstandsstokjes: goedkope zoute stokjes
Brassen: unit weghalen bij ander dispuut of vereniging
Cheffen: op touw zetten
Collegehengst: student die trouw colleges volgt
Corneren: iemand in een hoek drijven en zoenen
Cursus: HBO-opleiding
Dispuut: onderdeel van studievereniging
Dot: clitoris
Eindbaas: onaantrekkelijke vrouw, die zelden of als laatste wordt geregeld
Eigengeiler:zie Natte tostie
Faxen: slapen
Feut: Aspirant-lid studentenvereniging
Gala-plicht: mannelijke student betaalt kaartje voor date, wederdienst seks na afloop
Gala-mosje: seks met alle kleren nog aan, na het gala
Grondpizza: kots
Gestraald: tentamen niet gehaald
Hert: meisje
Hufkostuum: zuipoutfit
Instemmen: medehuisgenoot of clubgenoot aannemen
Jaarclub: groep van studenten die in hetzelfde jaar lid geworden zijn van studentenvereniging
Jasje-dasje: colbert, stropdas en spijkerbroek
Jeuk: zin in seks
Kaal: dronken
Kaasje: vrouw. Een groep wordt Kaasplankje genoemd.
Keren: omdraaien van matras als iemand (te vroeg) slaapt
Kleinen: poepen
Knor: Kent Niet Onze Regels; ofwel kent regels van studentenvereniging niet
Lapswans: luie student
Lullepot: speech
Loert: mannelijk geslachtsorgaan
Matras: neukertje van de club
Mozaïekje leggen: overgeven
Nassen: eten
Natte tosti: corpsbal met een matje, die zich heel wat vindt
Nipt: gaaf
Nominaal lopen: opleiding volgens schema volgen
Nul: nog geen lid van studentenvereniging
Ontgroenen: proeftijd bij studentenvereniging
Pandapunten: deze krijg je elke maand dat je geen seks gehad hebt.
Papierneuker: perforator
Pauper: burgerlijk iemand
Puntenkanon: meisje dat makkelijk mee naar huis gaat en in bed tot veel bereid is
Pluk: eerstejaars
Regelen: zoenen, seksen
Sjaars: eerstejaars student
Sloopkogel: meisje dat is aangekomen tijdens studententijd
SOG: Studie Ontwijkend Gedrag
Sweat: trui
Thuis-thuis: ouderlijk huis
Tsjak: viezigheid
Toko: onroerend goed
Unit: item
Varsity: roeiwedstrijd tussen studentenploegen van verschillende universiteit
Vomeren: braken
Waakvarken: Meisje dat haar knappe vriendin in kroeg beschermt tegen eigengeilers
Wegtikken: halve liters drinken
Wipsteiger: hoogslaper
Zaak: de sociëteit
Ga voor nog meer woorden naar studententaal.nl. De lijst is eigenlijk nooit compleet, omdat er in iedere stad en vereniging weer eigen termen worden gebruikt.